De lente is officieel begonnen en de zon schijnt. Tijd om lekker in de tuin te werken! Beginnen aan je moestuin lijkt een hele uitdaging, maar gelukkig zijn er veel makkelijke groenten voor in de moestuin.
Ik vertel je in dit artikel waar je vandaag nog mee kunt beginnen en geef je als bonus nog wat tips mee voor een grotere oogst.
Wat zaai je in april en mei?
Welke makkelijke planten zaai je direct in de grond in het voorjaar? Helaas kun je nog niet alles zomaar in de koude grond zetten. Voor je tomaten en paprika’s zul je moeten wachten tot na IJsheiligen. Toch kun je al heel wat planten! Ik heb een kort lijstje voor je gemaakt.
1. Radijs
Zelf ben ik vorig jaar begonnen met het zaaien van radijsjes. Deze kleine bolletjes moet je direct in de grond zaaien. Ze komen snel op en zijn direct vrij herkenbaar. Dat is handig als je veel last hebt van concurrerend onkruid.
Waar moet je op letten?
Zorg ervoor dat je grond goed los is en redelijk vrij van onkruid. Zaai de groente niet te diep in rijtjes. Deze mogen best dicht op elkaar staan. Oogst de radijsjes als ze 2 cm groot zijn. De bladeren zijn dan iets meer dan 10 cm lang. Laat ze niet te lang doorgroeien, want dan worden ze erg bitter. Hou je daar juist van? Laat de radijsjes dan een weekje langer staan en geniet van je bittere snack.
Wist je trouwens dat je de bladeren van de radijs ook kunt eten? Doe ze bijvoorbeeld door een lekkere salade.
2. Sla
Een lekkere krop sla uit eigen tuin is heerlijk. Je kunt kiezen uit veel verschillende soorten, maar meestal kies ik voor het gemak van pluksla. Dit is de ideale soort voor iedereen die niet zo’n sla-eter is, maar wel soms wat blaadjes wil oogsten.
Pas op voor slakken en vogels
Sla wordt vaak voorgezaaid, maar dat is in april niet meer nodig. De grond is nu warm genoeg om de pluksla direct in de grond te zaaien. Toch zaai ik meestal voor in kleine potjes. Dat komt doordat er in mijn tuin veel vogels zijn, die maar wat graag een lekker zaadje meepikken.
Sla zaai je heel ondiep, omdat het een lichtkiemer is. In mijn tuin is de kans groot dat de duiven de zaden al opeten voordat deze op kunnen komen. Heb je hier geen last van? Dan kun je ze prima direct in de grond zaaien.
Als je slakropjes zijn opgekomen, moet je deze beschermen tegen slakken. Anders is in één nacht je hele oogst weg. Drink je veel koffie? Dan kun je het koffiedik bewaren en deze als een barrière om je planten leggen. Slakken durven hier niet overheen te gaan. Heb je geen koffiedik? Dan bereik je hetzelfde effect met eierschillen.
3. Sperziebonen
De planten die omhoog klimmen en na het bloeien lange bonen maken, zien er niet alleen heel gezellig uit. Ze zijn ook supermakkelijk te telen. Er zijn verschillende soorten. De stokbonen worden ongeveer 40 tot 60 cm hoog. Deze heb ik zelf in mijn moestuin staan. Daarnaast zijn er ook nog stokbonen, die wel drie meter hoog kunnen klimmen.
Binnen laten kiemen
Bonen plant je het beste voor. Je kunt de zaden zelfs laten kiemen, door ze een dag in een nat keukenpapiertje te leggen. Doe ze hierna in een klein bakje met losse potgrond. Geef ze regelmatig water en zet ze binnen voor het raam. Je zult zien dat ze razendsnel opkomen.
Als je plantjes groter worden zet je deze in een rijtje in de moestuin. De bonenplanten willen graag klimmen. Geef ze daarom wat steun met een rekje. Let op dat je ze niet te veel water geeft, want ze zijn gevoelig voor schimmels.
4. Rucola
Rucola is een ideale groente voor in je moestuin. Je hebt er geen omkijken naar en je verwerkt de bladeren in heerlijke salades en gerechten. Nog een voordeel: rucola zaai je bijna het hele jaar. Dus ook in april en mei.
Zaai de rucola direct in je moestuin. Maak een rijtje en houdt tussen de planten ongeveer 5 cm afstand. Stop in ieder gaatje meerdere zaadjes. Als de zaailingen opgekomen zijn, ga je ze uitdunnen. Je kiest het sterkste plantje en haalt de andere zaailingen weg. Dit deel vind ik altijd een beetje moeilijk, want het voelt als verspilling. Maar het gebeurt ook vaak genoeg dat de zaden niet kiemen, en dan ben je blij dat je meerdere zaadjes in een gaatje hebt gedaan.
Oogst continu de jonge bladeren
Geef de rucola regelmatig water. Te weinig water maakt je rucola minder mals en pittiger. Na ongeveer vier weken ga je oogsten. Oogst continu de jonge bladeren, zodat je planten niet doorschieten. Zie je toch een bloemkop verschijnen? Haal deze dan meteen weg.
5. Courgette
Eind april/begin mei begin je met de kweek van je eigen courgettes. Courgettes houden van warmte en daarom kun je ze niet eerder voorzaaien. Zaai de courgettes binnen voor. Zo kunnen ze eind mei de moestuin in.
De zaden van de courgette kun je het beste laten voorkiemen. Leg ze tussen een stukje nat keukenpapier en wacht tot je een klein worteltje ziet. Dat kan bij courgettezaden best lang duren, soms zelfs tot 8 dagen. Dit is een belangrijke stap, want courgettes zijn moeilijke planten om op te kweken. Vervolgens stop je deze zaadjes in een potje en zet je deze in de vensterbank. Draai de plantjes regelmatig, want ze groeien naar de zon toe.
Belangrijk: laat ze wennen aan de buitenlucht
De planten kunnen eind mei naar buiten, maar het is altijd goed om ze even te laten wennen aan de koude buitenlucht. Zet ze daarom rond half mei steeds langer buiten, tot je ze alleen ‘s nachts naar binnen haalt. Vergeet dit niet, want anders gaan je courgetteplanten dood.
Vervolgens kies je een mooi plekje in je moestuin. Courgetteplanten hebben met hun grote bladeren veel ruimte nodig. Ze gaan eerst bloeien en maken daarna courgettes. Laat de bijen hun werk doen en geniet van lekkere verse courgettes. In een goed jaar heb je er al snel te veel, dus geef er een paar aan je buren of vrienden.
6. Wortel
Wortels zijn makkelijke planten waar je weinig werk aan hebt. Ze groeien onder de grond en stellen daarom wel eisen aan je tuin. Wortels kweek je het beste in tuingrond die een beetje los is. Je zaait de zaden direct in je moestuin in een rijtje. Zorg dat je grond goed losgemaakt is. Strooi de zaden in het geultje.
Heb veel geduld
De zaden kiemen langzaam. Wees dus niet te ongeduldig, want soms komen ze pas na drie weken op. Zijn je zaailingen opgekomen? Dan ga je uitdunnen. Dit is erg belangrijk, want de wortel heeft ruimte nodig om een dikke peen te kunnen maken. Na twee tot drie maanden kun je de eerste worteltjes oogsten, maar je kunt ze zo lang laten staan als je wilt.
Bonus: drie moestuin tips
1. Ken je eigen bodem
Begin je net met je moestuin? Dan is het belangrijk om te onderzoeken welke grond je hebt. In Nederland zijn er vier grondsoorten: zandgrond, kleigrond, leemgrond en veengrond.
Maak een stuk grond nat en pak een handvol op. Deze grond ga je kneden, tot deze een bol vormt. Bij zandgrond lukt dit niet, want deze valt snel uit elkaar. Kleigrond plak juist heel erg aan elkaar. Leemgrond en veengrond zijn heel vruchtbaar en plakken minder dan kleigrond.
De vruchtbaarste grond is leemgrond. Vaak heb je in je tuin te maken met een combinatiegrond. Gelukkig kun je je bodem verbeteren met compost en door te mulchen.
2. Geef water op het juiste tijdstip
Water geven, wanneer doe je dat? Het beste moment is de ochtend of avond. Hiermee voorkom je bladverbranding aan de plant. Geef liever een keer per week flink water, dan iedere dag een beetje. Zo zorg je voor sterke planten die een groot wortelstelsel aanmaken.
3. Kies de juiste biologische zaden
Er zijn veel verschillende zaden te koop. Let bij het aanschaffen van je zaden op het keurmerk biologisch. Zo weet je zeker dat de moederplant niet behandeld is met pesticide of andere kunstmatige meststoffen. Na het eerste jaar kun je je eigen zaden oogsten. Dit doe je door je planten te laten bloeien (bijvoorbeeld je rucola) en de zaden uit de bloem te halen. Zo heb je je eigen biologische zaden.
Dit artikel kan betaalde links en/of affiliate links bevatten, wij plaatsen alleen aanbevelingen waar wij zelf achter staan.