De wereld staat even stil. Velen van ons komen al meer dan een week nauwelijks ons huis uit omdat we hopen dat we op deze manier de verspreiding van het coronavirus een halt toe kunnen roepen.
Deze wereldwijde pandemie is natuurlijk niet minder dan een ramp voor iedereen die ermee te maken heeft, maar bij dit grote ongeluk is ook een heel klein sprankje geluk te vinden. Voor de natuur namelijk: die leeft op als wij ons terugtrekken.
Zo bleek eind februari al dat de luchtvervuiling in China drastisch was afgenomen na de uitbraak van het coronavirus. Er heerst in China een strikte avondklok en er is quarantainebeleid ingevoerd. Dit heeft tot gevolg dat de economische groei is teruggedrongen: een deel van de fabrieken is gesloten en lucht- en wegverkeer is zo goed als stil komen te liggen. Ook wordt er nauwelijks nog steenkool verbrand.
De NASA heeft de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht boven Wuhan gemeten over een periode van een aantal maanden en de resultaten zijn verbluffend. De lucht is er in jaren niet zo schoon geweest.
Enkele dagen geleden verschenen er foto’s op social media van de (compleet verlaten) kanalen in Venetië. Unieke beelden, niet alleen omdat het normaal gesproken in de stad wemelt van de mensen, maar ook omdat er iets bijzonders aan de hand is met het water. Het is namelijk helder.
Sinds mensenheugenis is het water in de Venetiaanse kanalen vies en troebel. Maar nu Italië ‘op slot’ zit is het water groen-blauw en helder en is op de foto’s duidelijk te zien dat er vissen in zwemmen.
Het is niet duidelijk of dit een gevolg is van het stilgelegde bootverkeer of de schonere lucht, maar het waterleven vaart er wel bij.
Ik ben benieuwd of we in Nederland ook positieve gevolgen zullen ondervinden van ons ‘sociaal huisarrest’, maar bovenal hoop ik dat deze pandemie de katalysator vormt voor een ándere manier van leven. Dat men in zal zien dat ziektes zoals deze het gevolg zijn van het eten en op grote schaal houden van dieren. En dat dat anders moet en kan.