Als er ooit een boek precies op het juiste moment uitkwam, dan is het wel ‘Dieren kunnen de pest krijgen En dan?’ van Esther Ouwehand. Rond 10 februari ontvingen alle leden van de Partij voor de Dieren, de politieke partij waar zij lijsttrekker voor is, een exemplaar van haar boek.
Menigeen (onder wie Georgina Verbaan) plaatste foto’s van het boek (of lees, selfies) op social media. Je kon bijna niet om de Partij voor de Dieren, Esther Ouwehand of het varkentje-met-mondkapje-op van het omslag heen. Slim getimed dus.
Het is niet alleen een jaar geleden dat de eerste covid-19 besmetting in Nederland werd geconstateerd, ook zitten de verkiezingen er aan te komen. En meer dan ooit is het de vraag: welke kant willen we op? Willen we blijven dweilen met de kraan open en onze vingers gekruist houden dat de volgende pandemie lang op zich laat wachten of willen we een regering die de oorzaak aanpakt?
Als het aan Esther Ouwehand ligt dan wordt het het laatste. Dat inzicht is niet van vandaag of gisteren, de Partij voor de Dieren waarschuwt al heel lang voor zoönosen, een woord dat voor de rest van de Tweede Kamer een jaar geleden nog vrij nieuw was. Voor de lezer van ‘Dieren kunnen de pest krijgen’ wordt het al snel duidelijk dat dat komt omdat bewindspersonen van diverse partijen (ja, vooral het CDA) niet hebben wíllen luisteren.
Willen we blijven dweilen met de kraan open en onze vingers gekruist houden dat de volgende pandemie lang op zich laat wachten of willen we een regering die de oorzaak aanpakt?
Zo antwoordden CDA-ministers op kamervragen in 2008 dat ‘er geen aanleiding is om te veronderstellen dat dierenziekten steeds vaker worden overgedragen aan mensen.’ Terwijl de bewijzen er waren: de Q-koorts, de vogelpest, de varkensgriep.
Maar het debuut van Esther Ouwehand is veel meer dan een 127-pagina’s lange ‘zie je nou wel’. In heldere taal zet ze uiteen hoe het anders kan en moet. Inkrimping van de veestapel inderdaad, maar niet zonder de afnemers (supermarkten) ertoe te verplichten de boeren een eerlijke prijs voor hun producten te laten betalen, zodat ze ook van een kleiner bedrijf rond kunnen komen.
Voor de lezer van ‘Dieren kunnen de pest krijgen’ wordt het al snel duidelijk dat dat komt omdat bewindspersonen van diverse partijen (ja, vooral het CDA) niet hebben wíllen luisteren.
Een kleinere veestapel betekent: minder grond nodig voor het verbouwen van voedsel voor vee, dus meer voedsel beschikbaar voor mensen, natuurgebieden kunnen vergroot worden en dan blijft er ook nog ruimte over voor woningbouw. Om maar niet te spreken van de vermindering van de hoeveelheid stikstof in de lucht. Iedereen die een hekel heeft aan pandemieën (en wie heeft dat nou niet?) leest in ‘Dieren kunnen de pest krijgen. En dan?’ legio redenen om op 17 maart Partij voor de Dieren te kiezen.
Of in ieder geval een partij die weet dat de natuur prima zonder de mensen kan, maar de mens niet zonder de natuur. Een partij die de oorzaak aan wil pakken in plaats van alleen aan symptoombestrijding te doen.
Dit artikel kan betaalde links en/of affiliate links bevatten, wij plaatsen alleen aanbevelingen waar wij zelf achter staan.