Dat alle kleine beestjes helpen en veel meer doen dan we weten, is inmiddels wel bekend (zeker sinds Marianne Thieme op Prinsjesdag 2019 een jurk droeg met die tekst –en een heleboel kleine beestjes- erop).
In haar kinderboek ‘Britt bij de bijen’ vertelt de Vlaamse tv-presentatrice en imker Britt van Marsenille hoe het leven van een honingbij eruit ziet en waarom ze imker is geworden.
Het vrolijk geïllustreerde boek staat vol met feitjes die menig volwassene ook nog zullen verbazen. Wist je bijvoorbeeld dat er al 35 miljoen jaar honingbijen op aarde rondvliegen? Dat een volk bestaat uit ongeveer 60.000 bijen en dat alleen vrouwelijke bijen een angel hebben? Dat bijen communiceren door middel van een dans, dat een koningin in de zomer wel 2000 eitjes per dag legt en dat er 1500 klaverbloemetjes nodig zijn om de maag van één honingbij met nectar te vullen?
Britt neemt de lezers mee de bijenkast in en legt uit wat het verschil is tussen een koningin, een dar en een werkster en hoe het leven van een ‘gewone’ bij (een werkster dus) verloopt. Eerst is ze een huisbij, daarna een soort security bij die de opening van de nestkast bewaakt, daarna wordt ze een speurbij die op zoek gaat naar bloemen en de laatste fase van haar leven is ze een haalbij.
Een haalbij haalt de nectar. Van 3 kilo nectar wordt genoeg honing gemaakt om één pot mee te kunnen vullen. Daar doen de bijen ongeveer 2 dagen over.
Het gaat niet goed met de bijen
Maar wat doet een imker…? Die pakt de honing af. Britt schrijft dat ze imker is geworden omdat ze honing zo lekker vindt, maar schrijft ook dat het niet goed gaat met de bijen en dat we ze moeten helpen. Volgens mij doe je dat niet door honing te eten.
Sterker nog: door de grote bijenkasten die imkers neerzetten worden de honingbijenvolkeren erg groot terwijl de populatie wilde (solitaire) bijen dan afneemt omdat er voor hen minder voedsel te vinden is. En dat terwijl wilde bijen betere bestuivers zijn (omdat ze stuifmeel droog verzamelen) en dus veel belangrijker zijn voor ons ecosysteem.
Gelukkig worden er in het boek ook echt goede tips gegeven voor het helpen van de bijen: stoppen met het gebruik van pesticiden en het beginnen met zaaien en planten van bloemen. Het was nog beter geweest als de auteur erbij vermeld had dat je op moet letten dat je wel biologische planten koopt of zaait, want een lavendelplant uit een tuincentrum die stikt van de pesticiden, daar wordt geen bij blij van. Sterker nog: daar kunnen ze júíst dood aan gaan.
Dus maak vooral die zaadbommetjes volgens het recept van bladzijde 69, maar gebruik biologische zaadjes (te vinden in sommige tuincentra, maar nog gemakkelijker te bestellen online o.a. bij Bolster, Zaadhandel van der Wal of Biologischzaad.nl).
En smeer iets anders op je brood, appelstroop of zo.
Dit artikel kan betaalde links en/of affiliate links bevatten, wij plaatsen alleen aanbevelingen waar wij zelf achter staan.